Week tegen kindermishandeling: een vergelijking tussen Nederland en Turkije

Artikel 6, 15-11-2024

geschreven door: Selin Sayim, orthopedagoog/gedragswetenschap

Van 18 t/m 24 november 2024 wordt de Week tegen Kindermishandeling gehouden. Deze week trekt extra aandacht voor kindermishandeling en huiselijk geweld. Als orthopedagoog heb ik dagelijks te maken met meldingen van verschillende vormen van kindermishandeling. De meest voorkomende vormen van mishandeling zijn emotionele verwaarlozing, fysieke mishandeling en seksueel misbruik. Hoewel kindermishandeling een wereldwijd probleem is, variรซren de prevalentie, risicofactoren en aanpak sterk tussen landen. Dit biedt een goed moment om als Nederlands-Turkse orthopedagoog dieper in te gaan op dit onderwerp en een vergelijking te maken tussen Nederland en Turkije.

In Nederland blijft kindermishandeling een significant probleem. Volgens de Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van Kinderen en Jeugdigen (NPM, 2017) heeft tussen de 90.000 en 127.000 kinderen jaarlijks te maken met mishandeling, wat neerkomt op 26 tot 37 kinderen per 1.000. Dit cijfer is consistent met de bevindingen uit eerdere onderzoeken in 2005 en 2010.

In Turkije zijn de cijfers moeilijker vast te stellen, deels door een gebrek aan onderzoeksinfrastructuur en het sterke taboe dat op het onderwerp rust. De cijfers worden vaak ondergerapporteerd, onder andere door culturele factoren die gezinnen ervan weerhouden om hulp in te schakelen. In Turkije speelt familie-eer een belangrijke rol, en het respect voor ouderlijke autoriteit maakt het melden van misbruik vaak moeilijk. Hoewel er wetten zijn die de rechten van kinderen beschermen, is de handhaving hiervan vaak zwak, vooral in landelijke gebieden.

De risicofactoren voor kindermishandeling overlappen in beide landen, maar worden ook beรฏnvloed door unieke sociaaleconomische en culturele omstandigheden. In Nederland worden risicofactoren vooral bepaald door sociaaleconomische omstandigheden. Kinderen uit gezinnen met werkloze ouders, een lage opleidingsgraad of een niet-Nederlandse achtergrond lopen een groter risico op mishandeling. Ook eenoudergezinnen hebben 2,3 keer meer kans op mishandeling, terwijl stiefgezinnen een 1,6 keer verhoogd risico hebben. Grote gezinnen, vooral die met vier of meer kinderen, zijn eveneens kwetsbaar, vooral wanneer de ouders jong zijn (NPM, 2017). Bovendien lopen kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld tussen ouders vaak zelf gevaar, wat wijst op een samenloop van geweld binnen dezelfde huishoudens.

In Turkije spelen sociaaleconomische factoren een belangrijke rol, maar culturele en religieuze normen versterken vaak de risicofactoren. In landelijke gebieden, waar traditionele gezinsstructuren en patriarchale opvattingen sterker zijn, wordt fysieke straf vaak als een normaal opvoedkundig middel beschouwd. Dit maakt het moeilijk voor kinderen en gezinnen om zich los te maken van gewelddadige patronen.

In Nederland ligt de nadruk op het waarborgen van kinderrechten en het bieden van een veilige leefomgeving. Er is een breed netwerk van organisaties die zich inzetten tegen kindermishandeling, zoals Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming en gespecialiseerde jeugdzorgdiensten. Nederland hanteert een sterke preventieve aanpak, met focus op vroegtijdige signalering en interventie. Toch blijkt dat een integrale aanpak noodzakelijk blijft, omdat mishandeling in een aanzienlijk aantal gevallen voortduurt, zelfs nadat beschermende maatregelen zijn getroffen (Raad voor de Kinderbescherming, onderzoek Erasmus Universiteit).

In Turkije zijn de uitdagingen anders van aard. Traditionele en religieuze overtuigingen kunnen preventieve interventies belemmeren. Het gezin wordt vaak beschouwd als een heilige en private entiteit, waardoor externe inmenging moeilijk is. De houding tegenover kindermishandeling wordt verder beรฏnvloed door zwakke wetshandhaving en een gebrek aan gespecialiseerde hulpverlening. Hoewel er de laatste jaren vooruitgang is geboekt, bijvoorbeeld door de oprichting van kinderbeschermingscentra en voorlichtingscampagnes, blijft de weg naar effectieve bescherming lang en moeilijk.

Kindermishandeling blijft een diepgeworteld probleem in zowel Nederland als Turkije, ondanks de grote verschillen in aanpak en culturele achtergronden. Nederland heeft veel preventieve en beschermende structuren, maar worstelt nog steeds met complexe gezinsdynamieken en onvoldoende effectieve interventies. Turkije staat voor de uitdaging om zijn sociale structuren en juridische systemen verder te versterken, terwijl het tegelijkertijd culturele taboes doorbreekt. Voor beide landen blijft een multidimensionale aanpak essentieel, gericht op educatie, preventie en langdurige ondersteuning voor kwetsbare gezinnen.