Alleen ‘gekken’ gaan naar de psycholoog

cropped 3 logo.png

Artikel 4, 13-05-2024

Geschreven door: Baran Palavan, psycholoog

Een bezoek aan de psycholoog: voor veel mensen met een niet-westerse migratieachtergrond is het nog altijd een schaamtevolle onderneming. Binnen de gemeenschappen waarin zij leven bestaat namelijk nog vaak het vooroordeel dat degenen die naar de psycholoog gaan ‘gek’ zouden zijn. Dit weerhoudt mensen ervan om hulp te zoeken voor hun psychische klachten. En als ze al die stap zetten, kan het voorkomen dat ze dat in het geheim doen.

Het vooroordeel klopt echter niet. De mensen die ik in de behandelkamer zie zijn niet ‘gekker’ dan de mensen die ik buiten de behandelkamer zie. Sterker nog, ik zie bij mijn patiënten een aantal eigenschappen die bij menig niet-patiënt ontbreken. Iemand die zich aanmeldt voor psychotherapie, erkent ten eerste dat er een probleem is en dat de kwaliteit van leven te wensen overlaat. Dit erkennen is niet per se vanzelfsprekend. Er zijn zat mensen die mooi weer spelen en zichzelf voorhouden dat ze tevreden zijn met hun leven. Dit terwijl herstel pas kan beginnen na erkenning van het probleem. Het kan overigens lang duren voordat iemand eindelijk toegeeft dat hij ergens onder lijdt, maar ook hier geldt: beter laat dan nooit.

Een tweede prijzenswaardige eigenschap van patiënten is dat ze inzien dat zij zelf bijdragen aan hun psychische klachten. Dit gaat niet altijd op een natuurlijke manier, maar in veel gevallen zijn patiënten zich ervan bewust dat er iets aan henzelf moet veranderen. Kunnen inzien dat jouw gedrag een rol speelt in het veroorzaken of in stand houden van jouw psychische klachten getuigt van een zeker reflectievermogen. Er zijn genoeg mensen buiten de GGZ die zichzelf overal van vrijpleiten en de oorzaak van hun lijdensdruk enkel in andermans gedrag of externe factoren zoeken. Oprecht zijn tegenover jezelf is lastig en vereist moed.

Patiënten onderscheiden zich tot slot van andere mensen doordat zij, in meer of mindere mate, bereid zijn om te werken aan psychologische verandering. Na erkenning van het probleem en acceptatie van de eigen rol daarin, hebben ze de drempel overwonnen en hulp gezocht. Ze leggen zich niet neer bij de toestand waarin zij zich bevinden. Ze weten dat ze een beter leven verdienen en dat dat niet vanzelf zal komen. Ze gaan een moeizaam proces tegemoet waarin ze zullen moeten reflecteren op eigen gedrag en werken aan zichzelf. Dat is iets waar velen voor zouden terugdeinzen, maar patiënten hebben het ervoor over.

Wanneer ik de eerste psycholoog ben die mijn patiënt bezoekt, neem ik altijd de tijd om aan de hand van bovenstaande punten eventuele schaamtegevoelens te bespreken. Ook leg ik uit wat we verstaan onder psychische klachten, wat voor soort mensen het zijn die in behandeling komen en wat een psycholoog doet. De kennis over dit soort zaken is bij mensen met een eerste generatie migratieachtergrond over het algemeen minder bekend dan bij de gemiddelde Nederlander. Ook dat voedt de schaamtegevoelens.

Bij het besluiten van dit stuk moet ik denken aan de man die eens voor de kliniek stond waar hij was opgenomen. Hij rookte zijn sigaretje en keek wat naar de mensen die door de straat liepen. Een voorbijganger merkte hem op en vroeg met z’n hoevelen ze daarbinnen eigenlijk zijn, wenkende naar de kliniek. De man nam daarop een laatste hijsje van zijn sigaret, blies de rook uit en terwijl hij aanstalten maakte om weer naar binnen te gaan, antwoordde hij: “Met z’n hoevelen zijn jullie daarbuiten?”